In een opstelling met de zin van het verlangen door een deelneemster aan een opstellingenavond kwam het woord “kracht” in de opstelling. In het begin van de opstelling stonden “kracht”en “voelen” met de ruggen naar elkaar toe, waarbij “kracht” levendig was en wilde zingen en dansen. Toch was er geen contact tussen de twee, noch met de deelneemster. Toen ook het woord “eigen” in de vorm van een kussentje werd opgesteld veranderde alles. “Kracht” maakte via het kussentje wel contact. De reden die ze opgaf was dat nu het vrouwelijke aanwezig was.
Het eindbeeld: deelneemster, “kracht” en “voelen” kijken elkaar aan en de deelneemster ervaart rust en helderheid.
Dit toont weer eens dat we soms een voorstelling hebben bij een woord of begrip, maar dat in een opstelling een hele andere, diepere betekenis naar voren kan komen.